Wat dit avontuur behalve het fietsen nog meer zo leuk maakt, is de enorme logistieke puzzel om zo efficiënt mogelijk de routes te plannen. In zo weinig mogelijk kilometers, zoveel mogelijk verschillende plaatsen bezoeken en daarbij zo min mogelijk door plaatsen fietsen waar ik al ben geweest.
Of net dat ene plaatsje, dat helemaal tegen de grens of de kust ligt, die je wel moet bezoeken, omdat je anders de volgende keer nóg een keer door alle 10 de voorgaande plaatsen moet …
Onvermijdelijk zijn sommige plaatsen nu eenmaal “doorfietsplaatsen”, die je keer op keer blijft tegenkomen op nieuwe routes. Hoe vaak ik bijvoorbeeld wel niet door Weert, Tilburg of ‘s-Hertogenbosch ben gefietst … daar heb je meer dan twee handen voor nodig om dat per stad te tellen.
Sowieso is het erg leuk om nieuwe mensen te leren kennen waarvan je hun woonplaats, hoe klein dan ook, zo kunt aanwijzen op de kaart. Al dan niet met de foto van het plaatsnaambord erbij.
“Ah, Eck en Wiel. Iets boven Tiel!”
En over plaatsnaamborden gesproken, dat is ook een vrij complex onderwerp. Lang niet alle gehuchten en buurtschappen in ons land zijn voorzien van een plaatsnaambord. Mijn grove schatting is dat er ongeveer 3.500 tot 4.000 van de totaal ca. 7.000 plaatsen zijn met een plaatsnaambord. Voor alle research gebruik ik plaatsengids.nl, gemeentenatlas.nl, Google Maps en Streetview, Wikipedia en het indrukwekkende werk van mijn voorganger Bram Witvliet, die in 2021 alle plaatsen van Nederland wist te voltooien op de fiets.
Er is in Nederland niet echt bepaald een conventie wat betreft plaatsnaamborden; iedere gemeente doet eigenlijk zomaar wat. Hieronder staan wat opmerkelijke borden die ik tot nu toe ben tegengekomen: